Een klant van mijn kantoor is firmante in een vennootschap onder firma (hierna: vof). De vof heeft – mede door het harde werken van de firmante – een goedlopende onderneming met dito winsten. De firmante heeft echter besloten meer tijd te willen doorbrengen met haar kleinkinderen en daarom heeft ze haar vof-aandeel voor overname aangeboden aan de beide overblijvende vennoten/firmanten.
In de Overeenkomst van vennootschap onder firma zijn uitgebreide en duidelijke bepalingen opgenomen over onder meer:
– formaliteiten voor en bij opzegging
– waardebepaling van het over te nemen vof-aandeel
– betaling van overnameprijs
– et cetera.
Mijn klant, de vertrekkende firmante, heeft een berekening gemaakt van de door haar gewenste overnameprijs. Omdat de vof al ruim een decennium 8 personeelsleden in loondienst heeft, heeft de firmante bij haar waardebepaling/berekende overnameprijs rekening gehouden met de zogenoemde transitievergoedingen voor het personeel. Zij heeft dus de berekende overnameprijs verminderd met haar aandeel in de “opgebouwde” transitievergoedingen.
Recentelijk hebben alle firmanten een gezamenlijke bespreking gehad en toen hebben die uiteraard gesproken over onder andere de berekende (en gewenste) overnameprijs. Bij die bespreking waren ook de respectievelijke adviseurs aanwezig.
Tot mijn verrassing (en ook verbazing) deelde de adviseur van de overnemende firmanten aan mijn klant mee dat in de berekening van de overnameprijs een grote fout zat en dat deze fout in het financiële nadeel was van mijn klant. Die adviseur zei letterlijk dat het “creatief gevonden was” om rekening te houden met een aftrekpost vanwege een aandeel in opgebouwde transitievergoedingen, maar dat hij deze aftrekpost van ruim € 75.000,– ten gunste van mijn klant zal verminderen tot nihil; de overnemende firmanten zijn immers niet van plan om personeel te ontslaan.
Zeer tegen mijn gewoonte in heb ik wijselijk mijn mond gehouden!
Het is goed om te weten dat bij een toekomstige beëindiging van het dienstverband van een werknemer de door de werkgever/de vof te betalen transitievergoeding afhankelijk is van:
– de leeftijd van de werknemer
– diens actuele brutosalaris en
– het aantal opgebouwde dienstjaren.
Ergo: ook de dienstjaren, welke zijn opgebouwd in de periode dat mijn klant firmante was, tellen wel degelijk mee voor de bepaling van de hoogte van de transitievergoedingen.
Ik ben echt benieuwd of de adviseur van de voortzettende firmanten zich tijdig de financiële gevolgen van zijn “geste” realiseert.