Als belastingadviseur ben je altijd bezig om – en dat uiteraard binnen de grenzen van de fiscale wet- en regelgeving – je klanten zo weinig mogelijk belastingen en heffingen te laten betalen. Dit doe je dan door middel van onder meer het verstrekken van belastingadviezen, het opzetten van een zo gunstig mogelijke ondernemingsstructuur, financiële planning en het verzorgen van fiscale aangiften.
Naar mijn mening moet daarbij de klant altijd centraal staan en de klant moet ook (kunnen) begrijpen hoe zijn of haar fiscale en dus financiële situatie is of kan worden.
De afgelopen jaren heb ik meerdere situaties gezien, waarbij je je echt moet afvragen of “dit” nu in het voordeel van de desbetreffende klant is geweest. Ik geef hierna slechts een paar voorbeelden.
- De accountant adviseert een MKB-ondernemersechtpaar om hun woon-winkelpand in fiscale zin geheel zakelijk te etiketteren. Gevolg: bij staking van hun MKB-onderneming moet het echtpaar een vreselijk hoog bedrag aan inkomstenbelasting betalen vanwege de fiscale waardestijging van het pand. Het echtpaar is in één klap hun spaargeld voor de oudedag kwijt.
- (Alweer) een accountant heeft jarenlang dotaties aan de Fiscale Oudedagsreserve (FOR) gedaan. Op een gegeven moment is de stand van deze oudedagsreserve ruim meer dan € 200.000,–. Gevolg: wanneer deze ondernemer met zijn onderneming wilt stoppen, weet hij dat hij over deze stand van de oudedagsreserve in één keer bijna € 100.000,– inkomstenbelasting moet betalen dan wel dat hij een bedrag van ruim € 200.000,– bij een bank of levensverzekeraar moet storten als koopsom voor een lijfrente.
- Een notaris adviseert (en voert ook uit) een echtpaar om hun kinderen eenmalige – en forse – bedragen te schenken voor de financiering van diens woningen. Nog dezelfde maand doen de ouders (ook nu weer voor forse bedragen) aan hun kinderen schenkingen onder schuldigerkenning en weer een week later lenen de ouders voor de verbouwing van hun eigen woning van hun kinderen bijna € 100.000,–. De man is inmiddels overleden en de vrouw heeft nu relatief bescheiden pensioeninkomsten. Gevolg: de vrouw en kinderen hebben inmiddels geen duidelijk beeld meer van het “fiscale waarom” van alle schenkingen en leningen en de vrouw/moeder heeft jegens haar kinderen hoge renteverplichtingen door de schenkingen onder schuldigerkenning.
- Een belastingadviseur (daar istie dan eindelijk) adviseert en begeleidt een qua winstresultaten bescheiden eenmanszaak naar een B.V. Gevolg: hoge instandhoudingskosten van deze B.V. wegens onder meer jaarlijkse aangifte vennootschapsbelasting, publicatiebalans, notulen AVA, gebruikelijke loonregeling, salarisadministratie, et cetera.
Gezien deze voorbeelden zal het duidelijk zijn dat het verstandig is om zo om de 4 -5 jaar de fiscale en financiële situatie van elke klant nog eens te beoordelen op juistheid, wenselijkheid, duidelijkheid, et cetera. Waar nodig of gewenst kan dan actie worden ondernomen; noem het “periodiek onderhoud”.
Het is n.m.m. goed om je als (belasting)adviseur ervan te vergewissen dat je klant begrijpt en blijft begrijpen wat je adviezen inhouden en welke fiscale en financiële gevolgen die hebben. Als (belasting)adviseur kun je dan wel op het scherpst van de snede werken, maar dat is een wankel evenwicht en je kunt ervan af vallen. Ga daarom voor meer zekerheid!
NB: Overigens heb ik in overleg met de desbetreffende ondernemers/klanten en soms ook met de Belastingdienst de situaties van het eerste, derde en vierde gedachtestreepje kunnen oplossen.