In mijn blog van 5 januari jl “Boter op het hoofd ….” heb ik het gehad over een situatie, waarin een echtpaar voor een deel van de grond bij hun eigen woning een bestemmingswijziging bij de gemeente heeft gevraagd.
In mijn blog van 5 januari jl staat letterlijk:
De desbetreffende gemeente is bereid mee te werken aan de aanpassing van het bestemmingsplan. Let op: aanpassing, want het bestemmingsplan is nog in ontwikkeling. De gemeente wil de aanpassing wel doorvoeren, maar ze stelt voor haar planologische medewerking de volgende financiële voorwaarden (samengevat en afgeronde bedragen):
– Betaling van de ambtelijke kosten van € 20.000,–
–Bijdrage aan onder mer andere verliesgevende exploitaties elders in de gemeente, zijnde 4 x € 65.000,– is € 260.000,–
Buiten deze kosten moet de klant nog rekening houden met bijvoorbeeld eventuele planschadevergoedingen, “bijdragen aan voorzieningen openbaar nut” in de omgeving van de percelen en ook met overige leges voor aanvragen van de Omgevingsvergunning alsmede de huis- en nutsaansluitingen.
Vorige week ontving het echtpaar van de gemeente de zogenoemde anterieure overeenkomst. Na lezing van die overeenkomst mag je gerust stellen dat haast sprake is van een dictaat, maar dat ter zijde.
Behoudens bijna twee bladzijden met financiële voorwaarden en eisen van de gemeente, bevat deze anterieure overeenkomst ook nog het volgende:
Volledigheidshalve benadrukken wij dat met betrekking tot de planologische medewerking vanuit de gemeente sprake is van een inspanningsverplichting, geen resultaatsverplichting. Wij wijzen wij u erop dat niet is uitgesloten, dat tijdens de wijzigings- en/of uitwerkingsprocedure dermate zwaarwegende argumenten worden ingebracht, dat bij afweging van belangen moet worden besloten niet tot vaststelling over te gaan. U accepteert het hiermee gemoeide risico.
Ergo, je weet als kinderen van het echtpaar tevoren niet of je wel mag bouwen op de desbetreffende 4 percelen.
De familie moet de gemeente bijna € 300.000,– betalen voor alleen de bestemmingswijziging, maar het blijft een gok of de familie op die percelen mag bouwen.
In Nederland hebben we de Wet op de kansspelbelasting (wet is van 1961!).
Die wet bepaalt – versimpeld weergegeven – dat kansspelbelasting wordt geheven onder andere in gevallen dat sprake is van binnenlandse kansspelen. Onder kansspelen wordt dan verstaan dat iemand probeert iets te winnen en dat dit “winnen” geschiedt door enige kansbepaling waarop die deelnemende persoon in het algemeen geen overwegende invloed kan uitoefenen.
Het zal toch niet zo zijn dat we straks de situatie krijgen dat je bij de aanvraag van een omgevingsvergunning kansspelbelasting moet betalen in plaats van de huidige leges?
Natuurlijk is deze vraag gekscherend bedoeld, maar het geeft maar weer eens aan dat op de dag van vandaag het heel moeilijk is om tevoren zaken te doen met onder meer de gemeentelijke overheid.
Het blijft een gok.