Bij de Belastingdienst werken mensen, geen machines, en het kan dan ook niet anders dat die Belastingdienstmedewerkers wel eens een fout(je) maken. Daar is in het geheel niets mis mee en als het gebeurt, kunnen we die fouten vaak gezamenlijk oplossen.
Als adviseur kun je er op 2 manieren in staan:
- negatief: waar gehakt wordt, vallen spaanders of
- positief: waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt.
Ikzelf ga altijd uit van het positieve, dus ik heb er begrip voor dat ook Belastingdienstmedewerkers weleens een fout maken.
Van die fouten, als je die tenminste zo mag noemen, hebben we de laatste tijd genoeg voorbeelden, zoals onder meer;
- de problemen met de Kinderopvangtoeslag
- het in de voorlopige aanslagen inkomstenbelasting 2019 en 2020 verkeerd berekenen van Box 3-inkomsten
- het ten onrechte innen van aanmaningskosten en
- last, but not least: de zogenoemde en illegale Zwarte Lijst met de gegevens van minimaal 180.000 personen.
In mijn belastingadviespraktijk kom ik natuurlijk ook regelmatig fouten van de Belastingdienst tegen. Je dient dan een bezwaarschrift in en de Belastingdienst corrigeert die fout. So far so good!
Echter, ik overweeg om bij de eerstkomende fout van de Belastingdienst een verzoek om kostenvergoeding in te dienen, waarbij ik uitga van de vooronderstelling dat de Belastingdienst die fout bij veel meer van mijn klanten gaat maken of heeft gemaakt. De motivering ervan is dat ik aanneem dat de Belastingdienst altijd meerdere fouten zal maken (ook al kan ik dat op voorhand niet bewijzen).
Natuurlijk zullen velen van jullie mogelijk denken dat ik onzin verkondig, maar let op: de Belastingdienst redeneert wel zo!
Wanneer de Belastingdienst een boekenonderzoek instelt, gaat hij er zonder enig voorbehoud vanuit dat de desbetreffende ondernemer geen enkele fout heeft gemaakt. Let op, want dit is belangrijk: geen enkele fout heeft gemaakt!
Die vooraanname is natuurlijk een utopie en dat blijkt uit de dagelijkse praktijk.
Nog recentelijk heeft de Belastingdienst bij een boekenonderzoek gebruik gemaakt van de zogenaamde “guldensteekproef”. Dat is een statistische steekproef, waarbij de Belastingdienst
- uitgaat van nul fouten in de administratie en
- eventuele fouten extrapoleert.
Tijdens dat recentelijk gehouden boekenonderzoek vond de Belastingdienst steekproefsgewijs drie (!) fouten en wel facturen met een bedrag van:
- € 304,01
- € 85 en
- € 1.881,10,
waarna die drie fouten als gevolg van die guldensteekproef leiden tot een navorderingsaanslag van …….. € 75.600,–.
Uiteraard is in deze casus de ondernemer in bezwaar en beroep gegaan, maar de rechtbank heeft op 5 december 2019 beslist dat de Belastingdienst inderdaad het uitgangspunt mag hanteren dat een administratie nul fouten moet bevatten en dat eventuele fouten naar evenredigheid mogen worden doorgetrokken in de gehele administratie.
Kun je als ondernemer iets tegen deze werkwijze van de Belastingdienst beginnen?
Ja, dat is zeker mogelijk, maar dan moet je als ondernemer tegenbewijs kunnen leveren en dat kun je doen door:
- of alle mutaties in je administratie stuk voor stuk inhoudelijk (laten) controleren
- of zelf een goed werkende steekproefmodule (“Taks control framework”) opzetten, hanteren en onderhouden.
Beide oplossingen zijn erg duur en arbeidsintensief.
Ik maak me dan ook zorgen voor ondernemers in met name het MKB-segment: zullen zij in staat zijn om voldoende tegenbewijs te leveren?