Op 14 november 2019 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel “Openbaarmaking medepleegboetes” aangenomen. Dit wetsvoorstel heeft betrekking op boetes, welke aan onder meer belastingadviseurs (maar ook aan accountants, advocaten en notarissen) worden opgelegd omdat die belastingadviseurs voor bepaalde gedragingen worden beschouwd als (mede)plegers, ook wel “facilitators” genoemd.
Wanneer aan een belastingadviseur wegens opzet op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht een zware boete wordt opgelegd, kan – dus niet altijd: zal – de Belastingdienst besluiten om die boete openbaar te maken. Dat openbaar maken zal de Belastingdienst dan doen op zijn website.
Er moet dus altijd sprake zijn van duidelijke opzet; een belastingadviseur, die eens een keer een fout maakt, zal dan ook niet direct een zware boete krijgen en zijn/haar naam zal ook niet op de website van de Belastingdienst worden gepubliceerd.
Let wel: de gegevens, welke kunnen worden gepubliceerd zijn onder meer:
– Uiteraard de naam van de belastingadviseur (of aan accountant, advocaat of notaris)
– Het bedrag van de boete en
– Het jaar, waarin de belastingadviseur “zwaar in de fout is gegaan”.
Na publicatie blijven de gegevens nog vijf (!) jaar op de website van de Belastingdienst staan.
De organisaties van belastingadviseurs (onder andere het Register Belastingadviseurs (RB) en de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB)) hebben – en naar mijn terecht – grote bezwaren tegen openbaarmaking van deze boetes.
Zo maakt openbaarmaking van boetes inbreuk op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de beboete belastingadviseur, zie ook artikel 10 Grondwet: Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.
Daarnaast kunnen belastingadviseurs al voldoende worden “aangepakt” door het strafrecht en de eigen tuchtrechtspraak van die organisaties.
Met andere woorden: het aangenomen wetsvoorstel is overbodig en voegt feitelijk niets toe, maar zal de desbetreffende belastingadviseur onnodig extra beschadigen.
Vandaag, woensdag 4 december 2019, moet de staatssecretaris van Financiën zich in de Tweede Kamer verantwoorden voor de zeer grote ellende, welke belastingambtenaren (en mogelijk ook medewerkers van het Ministerie van Financiën alsmede de staatssecretaris zelf!) hebben veroorzaakt in de kindertoeslag-affaire. Het staat buiten kijf dat die belastingambtenaren de wet hebben overtreden en dat zij dit bewust en dus opzettelijk (!) hebben gedaan. Door deze werkwijze en houding zijn vele, vele duizenden ouders in (grote) financiële problemen geraakt.
De adviescommissie Donner heeft in een zwak rapport het bovenstaande ook geconstateerd en stelt een compensatieregeling voor de getroffen ouders voor.
Het valt mij op dat thans (woensdag 4 december 2019 is echter nog niet voorbij) alles op alles wordt gezet om de betreffende medewerkers van de Belastingdienst en het Ministerie van Financiën buiten schot te houden. Of zoals gisteren zo treffend werd verwoord door de journalist Pieter Klein: “Iedereen is verantwoordelijk en niemand is schuldig”.
Wat zou het getuigen van een evenwichtige belangenafweging en durf als op de website van de Belastingdienst de namen van alle betrokken en/of verantwoordelijke medewerkers van de Belastingdienst en het Ministerie worden gepubliceerd en daar dan ook vijf jaar blijven staan.
Ik zie dat echter nog niet gebeuren!
“All men are equal, but some men are more equal……”