Recentelijk kreeg ik met de volgende casus te maken.
Vrouw van 45 jaar wilt verhuizen van haar huurwoning naar een eigen (koop)woning. Na lang zoeken vindt ze een leuke woning, maar de koopprijs van deze woning ligt boven haar budget. Omdat de vrouw snel moet beslissen, koopt ze de woning en gelukkig wel met financieringsvoorbehoud.
De vrouw neemt contact op met haar financieel adviseur en deze deelt haar mee dat de koopprijs niet is te financieren bij en door een bank. De financieel adviseur ziet echter wel financieringsmogelijkheden bij een bank, maar dan zal de vrouw ongeveer € 100.000,– van de koopprijs zelf moeten betalen.
De vrouw gaat in overleg met haar ouders en de ouders besluiten haar dat netto-bedrag van € 100.000,– te schenken. Zo gezegd, zo gedaan. De schenking van netto € 100.000,– wordt bij de notaris vastgelegd in een schenkingsakte en het verschuldigde schenkingsrecht wordt ook aan de Belastingdienst betaald.
Maar dan komt er een kink in de kabel: het blijkt toch niet mogelijk te zijn om bij een bank (of andere instelling) de benodigde hypothecaire lening te krijgen. Ergo, de vrouw moet helaas de koopovereenkomst van de woning ontbinden.
Het vervelende is alleen dat de ouders van de vrouw die schenking van netto € 100.000,– wel hebben gedaan en dat ook het schenkingsrecht al is betaald. Nu blijkt dit dus allemaal niet nodig te zijn geweest; maar ja, het is wel gebeurd en de ouders zijn hun geld “kwijt”.
Had dit mogelijk anders gekund? Naar mijn mening wel!
De financieel adviseur, maar zeker de notaris, had de ouders moeten wijzen op de mogelijkheid van een herroepelijke schenking.
Bij een herroepelijke schenking doen de ouders wel degelijk een schenking, maar deze had dan gekund:
- Onder opschortende voorwaarde, bijvoorbeeld van het verkrijgen van de gewenste hypothecaire (bank)lening. Pas als is voldaan aan deze opschortende voorwaarde wordt de schenking “gerealiseerd” en ontvangt de dochter haar € 100.000,–; dan dient ook het schenkingsrecht te worden betaald aan de Belastingdienst;
- Onder ontbindende voorwaarde, bijvoorbeeld bij het uiteindelijk niet verkrijgen van de hypothecaire lening. In zo’n situatie ontvangt de dochter die € 100.000,– al direct van haar ouders en wordt ook het schenkingsrecht betaald. Blijkt later dat de hypothecaire lening niet doorgaat, kunnen de ouders hun gedane schenking herroepen. Dan wordt de schenking als het ware “teruggedraaid” en dit houdt dan in dat hun dochter die € 100.000,– aan haar ouders moet retourneren. Aan de Belastingdienst kan worden verzocht om het betaalde schenkingsrecht terug te betalen.
Het lijkt mij dan ook verstandig om in soortgelijke situaties altijd te kiezen voor het doen van herroepelijke schenkingen.