Regelmatig vragen (vooral) ondernemers, die soms al vele jaren klant zijn van een collega-kantoor, mij om hun jaarrekeningen en/of fiscale aangiften op juistheid en volledigheid te beoordelen; zeg maar: een second opinion.
Ze vragen dit niet omdat zij hun eigen belastingadviseur of accountant niet vertrouwen, neen, ze willen zoveel mogelijk zekerheid dat de jaarrekeningen en aangiften (inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting) inderdaad juist en volledig zijn.
En ik moet melden dat ik in vele gevallen fouten ontdek of dat bijvoorbeeld de jaarrekeningen in fiscale zin mogelijk nog beter samengesteld moesten zijn.
Het meest recent is de situatie van een ondernemer, die op advies van en in samenspraak met zijn accountant, de fiscale winst sinds het jaar 2011 “optimaliseert”. Ze deden dit overigens binnen de grenzen van de fiscale wetgeving, dus dat zit wel goed.
In de periode 2011 tot en met 2015 had de ondernemer fiscale verliezen en als gevolg daarvan kon in die jaren de zelfstandigenaftrek niet in aftrek worden gebracht. In zo’n situatie wordt de niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek als het ware doorgeschoven naar de komende jaren.
Maar, in die periode van 2011 tot en met 2015 had de ondernemer achtereenvolgens drie (!) accountants (met dito kantoren).
In het jaar 2016 maakt de ondernemer weer eens een relatief bescheiden fiscale winst. In 2017 weer een fiscaal verlies en in het jaar 2018 voor het eerst een aanzienlijke fiscale winst.
Met betrekking tot het jaar 2018 gaat de ondernemer samen met zijn – huidige – accountant in overleg om die fiscale winst te optimaliseren. Doel van die optimalisatie is om alle nog te verrekenen zelfstandigenaftrek (uit voorgaande jaren) in één keer op de fiscale winst van 2018 in mindering te brengen; zo gezegd, zo gedaan.
Echter, de ondernemer ontving recentelijk de definitieve aanslagen inkomstenbelasting 2018 en Zorgverzekeringswet 2018: daar was hij bepaald niet blij mee omdat die aanslagen veel hoger zijn dan zijn accountant had gemeld.
Omdat de ondernemer niet op deze hoge aanslagen 2018 had gerekend, verzoekt hij mij na te gaan of en wat er mogelijk fout is gegaan.
Bij het doornemen van de aangiften inkomstenbelasting 2011 tot en met 2018 constateerde ik dat telkens na het veranderen van accountant de “nieuwe” accountant niet of nauwelijks kennis nam van de aangiften inkomstenbelasting van voorgaande jaren. Door deze werkwijze zijn er grote verschillen ontstaan in het totaalsaldo van de onverrekende zelfstandigenaftrek van voorgaande jaren. In het jaar 2018 was dat verschil opgelopen tot ongeveer € 20.000,–.
Ergo, in plaats van een verrekenbaar saldo van bijna € 35.000,– was dat saldo slechts € 15.000,– ……. en waren de aanslagen over het jaar 2018 helaas goed.
De ondernemer moet nu binnen een maand een “leuk” bedrag aan de Belastingdienst betalen en daar had hij niet op gerekend.
Uiteraard is deze ondernemer teleurgesteld in en ook boos op zijn accountant. Ik heb hem desgevraagd uitgelegd dat hij in financiële zin geen schade heeft, want als de accountant direct het juiste saldo aan onverrekende zelfstandigenaftrek in de aangifte had verwerkt, had de ondernemer ook de huidige hoge aanslagen 2018 moeten betalen.
Dit kan anders zijn als de accountant voor zijn optimalisatie van de fiscale winst is uitgegaan van het – overigens dus verkeerde – saldo van de onverrekende zelfstandigenaftrek.
Mijn advies is dan ook om van tijd tot tijd een andere belastingadviseur of accountant om diens “second opinion” te vragen. Dit betekent niet dat je als ondernemer je belastingadviseur of accountant niet vertrouwt, neen, je zoekt voor jezelf de hoogst mogelijke fiscale zekerheid en voorkomt daardoor negatieve verrassingen.
Deel het bericht "“Vertrouwen is net als een gum, het wordt kleiner en kleiner na elke fout”"