06-52500157 info@wisselkom.nl

Oftewel: hoe een goed bedoeld advies kan veranderen in een financiële nachtmerrie.

Een nieuwe klant van mijn kantoor heeft in het jaar 2019 (afgerond) € 1.000.000,– van zijn privé-bankrekening overgeboekt naar de bankrekening van zijn B.V. Dat heeft hij gedaan in en na overleg met zijn vorige belastingadviseur en de bedoeling van deze overboeking was het besparen van de box 3 heffing (vermogensrendementsheffing). Deze overboeking van box 3 naar box 2 zou een jaarlijkse besparing opleveren van bijna € 11.000,– en dat is altijd de moeite waard.

Nu gebeurde dit in Nederland, zeker in situaties dat de rente op spaarbedragen haast nihil waren, in elk geval tot en met het jaar 2021 veel vaker; mijn huidige klant was geen uitzondering.

De opzet was een eenvoudige:

  • De aandeelhouder komt met zijn B.V. overeen dat de aandeelhouder een bedrag van € 1.000.000,– zal overmaken naar de B.V.
  • Dat bedrag krijgt het etiket van “Agio” en agio wordt gezien als eigen vermogen van de B.V. waardoor de B.V. geen rente hoeft te vergoeden over dat bedrag; de B.V. wordt dus direct € 1.000.000,– rijker
  • De afspraak formaliseren en o.a. vastleggen in notulen van de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA)
  • Bedrag van € 1.000.000,– overboeken naar de bankrekening van de B.V.

Et voilá, in privé een jaarlijkse box 3 besparing van bijna € 11.000,–.

Als aandeelhouder kan je het bedrag van het agio ook weer fiscaal onbelast naar privé terughalen en dan moet je de volgende spelregels volgen:

  • Notulen AVA, in welke AVA is besloten om
    – het agio om te zetten in aandelenkapitaal en
    – vervolgens het totaal aanwezige aandelenkapitaal geheel of gedeeltelijk “af te stempelen”
  • En dit alles via een notaris te laten gebeuren; de eenmalige kosten van de notaris mag je stellen op € 600,– tot € 1.000,–.

Conclusie: voor de jaren 2020 en 2021 bereik je een box3 besparing van (2 jaar x € 11.000,–) -/- € 1.000,– is € 21.000,–.
Het is dus in het geheel niet vreemd dat deze agiostoringen vaak voorkwamen.

Maar de B.V. van mijn klant is een pensioen B.V. en die B.V. doet al gedurende 10 jaar pensioenuitkeringen aan mijn klant. Er zit geen “echt” bedrijf meer in de B.V.

In het jaar 2019, zijnde het jaar van de agiostorting was de commercieel berekende hoogte van de pensioenverplichting van de B.V. € 800.000,– en tegenover die pensioenverplichting stond alleen een banksaldo van € 300.000,–.
Het was duidelijk dat hier sprake was van onderdekking; een banksaldo van € 300.000,– was natuurlijk veel te weinig om aan de toekomstige pensioenverplichtingen te kunnen voldoen.

Door het storten van het agio van € 1.000.000,– was in de B.V. ineens meer dan voldoende banksaldo om aan alle pensioenverplichtingen te voldoen en juist daarin zit de fiscale en financiële nachtmerrie.

Als de aandeelhouder het in 2019 gestorte agio van € 1.000.000,– bijvoorbeeld in 2022 weer terug naar privé wilt halen, zorgt hij voor onderdekking van de pensioenverplichting van voorheen € 800.000,– en in 2022 dan ongeveer € 780.000,–.
De Belastingdienst zal dan de stelling innemen dat mijn klant zijn pensioenrechten fiscaal volledig heeft afgekocht nu de B.V. door de terugbetaling van het agio/aandelenkapitaal niet langer in staat is om volledig aan haar pensioenverplichtingen te voldoen.

Die stelling van de Belastingdienst *) betekent concreet voor mijn klant:

– Verschuldigd worden van loonheffingen over een bedrag van € 780.000,–
– Uitgaande van een effectief tarief van 50% wordt de verschuldigde loonheffingen € 390.000,– en
– Dat bedrag van € 390.000,– wordt nog verhoogd met 20% revisierente, zijnde € 78.000,–
De totale fiscale last is dan € 468.000,– ……..

Van de agiostorting van € 1.000.000,– in 2019 houdt mijn klant in 2022 netto over € 1.000.000,– + € 21.000,– (nettobesparing box 3 heffing) -/- € 468.000,– is € 553.000,–.
Een enorm financieel verlies dus.

Zie goed dat in deze casus € 1.000.000,– netto-besteedbaar vermogen verworden is tot een netto-besteedbaar vermogen van € 553.000,–.

Onnodig te vermelden dat de klant niet zo heel gelukkig is met het advies van zijn toenmalige belastingadviseur om die agiostorting te doen.

Mijn advies is daarom om zeker bij een pensioen-B.V. tevoren heel goed te beseffen wat de mogelijke fiscale en financiële gevolgen kunnen zijn van je adviezen.

 

*) Zie onder meer Centraal Aanspraakpunt (CAP) van de Belastingdienst, V&A 12-008 van 3 april 2019