Wanneer ik met mijn auto bij iemand buiten mijn woonplaats op bezoek ga, kan het voorkomen dat ik tot wel 10 stoplichten (in mijn woonplaats heb je haast altijd stoplichten in plaats van verkeerslichten, maar dat terzijde) passeer.
Stel nu eens dat ik per ongeluk een keer door het rode licht rij en door de politie staande wordt gehouden; dan is dat uiteraard terecht, want ik ben fout geweest.
Maar ik zal toch op zijn minst erg boos worden als de politiefunctionaris mij meedeelt dat ik een bekeuring ontvang voor drie (3!) keer door het rode licht rijden.
De politiefunctionaris motiveert dat aantal van drie door uit te gaan van de veronderstelling dat het statistisch nu eenmaal zo is dat elke bestuurder van een auto (of vrachtauto of bus of motor of fiets) bij het passeren van meerdere stoplichten niet één keer maar gemiddeld drie keer het rode licht negeert. Dus zijn die drie bekeuringen terecht.
O ja, je hebt als bestuurder wel de mogelijkheid om dat aantal van drie aan te vechten, maar hoe bewijs je dat je altijd alleen bij groen licht bent doorgereden?
De hiervoor beschreven situatie zal iedere lezer als ridicuul en niet-bestaand voorkomen, toch?
Echter, de Belastingdienst maakt wel gebruik van deze ridicule benadering.
Bij een fiscaal boekenonderzoek maakt de Belastingdienst steeds vaker gebruik van een zogenoemd “steekproefonderzoek” en dat doet hij door gebruik te maken van data analyse.
Zo’n steekproefonderzoek heeft een groot aantal – vooral technische – facetten, zoals onder meer:
– de te onderzoeken onderwerpen
– idem soorten belastingen
– alle bedrijven of slechts één bedrijf?
– welke materialiteit (!) hanteren?
– het voor de steekproef te gebruiken aantal facturen/declaraties
– opbouwen van een populatie
– et cetera.
Het is inderdaad een zeer technisch en ingewikkelde manier van uitvoeren van een fiscaal boekenonderzoek.
Het vervelende van zo’n steekproefonderzoek is onder meer dat de Belastingdienst uitgaat van de vooronderstelling dat er geen fouten mogen zitten in de financiële administratie.
Deze vooronderstelling kan (en zal ook) betekenen dat bijvoorbeeld een kleine fout van € 100,– voor dat jaar een correctie oplevert van € 10.000,–.
Vervolgens wordt deze correctie van € 10.000,– geacht ook toepasbaar te zijn voor de vier voorgaande jaren, waardoor een kleine fout van € 100,– ineens een correctie van € 50.000,– wordt …….
Waartoe een kleine fout niet allemaal toe kan leiden.
Overigens heeft de Hoge Raad der Nederlanden het gebruik van deze steekproefmethode gesanctioneerd en dus akkoord bevonden.
Het is uiteraard altijd mogelijk om als ondernemer je financiële administratie periodiek heel goed te controleren op eventuele fouten, maar dan nog kan het gebeuren dat je van mening bent dat je geen fouten hebt gemaakt terwijl de Belastingdienst dat toch anders ziet. Ook kan je je adviseur verzoeken je financiële administratie grondig te beoordelen; dat zal echter de jaarlijkse kosten van die adviseur fors verhogen en niet iedere ondernemer of onderneming kan zich die hogere kosten veroorloven.
Mijn advies is dan ook om in elk geval bij een door de Belastingdienst aangekondigd boekenonderzoek zo spoedig mogelijk contact op te nemen met je adviseur en deze je financiële administratie nog eens zeer grondig te laten controleren en eventuele discussiepunten en/of fouten in beeld te laten brengen.