06-52500157 info@wisselkom.nl

Het succesvol aansprakelijk stellen van een bestuurder is vaak een lastige kwestie. Volgens geldende jurisprudentie is daarvoor vereist dat de bestuurder ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Bij afdracht van pensioenpremie kan daarvan snel sprake zijn.

Een van het bedrijfstakpensioenfonds gedispenseerde vennootschap had een premieachterstand bij de pensioenverzekeraar. Dit werd volgens de bestuurder veroorzaakt door onduidelijkheid over de juistheid van de door de verzekeraar berekende premies. De verzekeraar maakte uiteindelijk de collectieve pensioenverzekering premievrij.  De onderneming heeft haar werknemers vervolgens met terugwerkende kracht bij het bedrijfstakpensioenfonds ondergebracht. Later bleek dat de premievrijmaking van de pensioenverzekeraar leidde tot een aantal maanden waarin geen pensioenopbouw had plaatsgevonden. De onderneming is failliet gegaan waarna verschillende medewerkers de bestuurder voor het pensioentekort aansprakelijk hebben gesteld. De rechtbank oordeelt dat de bestuurder ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De administratieve achterstand bij de pensioenverzekeraar kan geen excuus zijn voor het niet betalen van pensioenpremies. Bovendien heeft de bestuurder door toezeggingen en gedragingen de suggestie gewekt dat eventueel noodzakelijk voorzieningen waren getroffen.  De poging van de bestuurder de aansprakelijkheid door te schuiven naar de pensioenverzekeraar mislukt. Volgens de rechtbank was de onderneming ook zelf in staat haar premieverplichting te berekenen en te voldoen.

 Bestuurdersaansprakelijkheid zal altijd per individuele situatie moeten worden beoordeeld. Bij afdracht van pensioenpremies heeft de bestuurder echter een grote verantwoordelijkheid. Wanneer bestuurders, gedwongen door economische omstandigheden, pensioenpremies voor andere doeleinden gebruiken is het gevaar van bestuurdersaansprakelijkheid zeer groot.

Zie ook: Rechtbank Midden-Nederland 18 december 2013