Op 25 maart 2015 is in de vaste commissie voor Financiën uit de Tweede Kamer gesproken over het o zo gewenste nieuwe belastingstelsel.
Volgens de aanwezige oud-staatssecretaris van Financiën Willem Vermeend is feitelijk sprake van oude wijn in nieuwe zakken, want de volgende aspecten zijn thans weer aan de orde:
– De vermogensbelasting komt weer terug
– De verbreding (= heffingsgrondslag) komt weer terug
– Het uniforme btw-tarief komt weer terug
– De belastingvrije som komt weer terug
– De verhoging van de vennootschapsbelasting komt terug en ook
– Een toptarief van 60% inkomstenbelasting is weer aan de orde.
De hoogleraar (Edwin) Heithuis pleit maar voor één ding: eenvoud. Hij wil het nieuwe belastingstelsel vooral “robuust” maken, zodat het nieuwe stelsel bestand zal zijn tegen allerlei wijzigingen in de maatschappij.
Wat vooral opvalt is dat hij een aantal “kleinere” belasting wil afschaffen, zoals daar kunnen zijn de erf- en schenkbelasting, de overdrachtsbelasting, de verhuurdersheffing en de dividendbelasting.
Ook aanwezig was mevrouw Annemarie van Gaal en zij sprak over haar ervaringen om bijstandsmoeders in Amsterdam aan het werk te helpen: “Ik kreeg niemand zover om de schouders eronder te zetten en om echt te gaan werken aan een toekomst met een betaalde baan, omdat ze het allemaal veel te goed hadden. Toen ben ik eens in de cijfers gedoken en heb ik ontdekt dat een gemiddelde bijstandsmoeder in Amsterdam inclusief alle toeslagen en gemeentelijke regelingen € 2.200 à € 2.300 krijgt. Dit terwijl haar twee kinderen op de middelbare school zitten en ze dus kan gaan werken. Nu wordt het ietsje rechtgebreid, maar niet voldoende. Bij een fulltimebaan kun je dan nog iets van € 120 bijverdienen. Dat is gewoon te weinig.”
Kortom, het begin is gemaakt, maar reeds nu zijn de verschillende invalshoeken ook echt “heel verschillend”.
Ikzelf verwacht niet dat we voor 1 januari 2018 een nieuw of gewijzigd belastingstelsel hebben, maar wie weet, misschien heb ik het wel fout.