06-52500157 info@wisselkom.nl

Het is weliswaar een wat extreem voorbeeld, maar stel dat een kind van 30 jaar een eigen woning wilt kopen. De koopsom inclusief kosten is € 400.000,– en het kind heeft zelf geen inkomsten en (spaar)geld; een financiële instelling/bank zal dan geen hypothecaire lening willen verstrekken en dus is de vraag: Hoe kan het kind deze aankoop betalen?

In artikel 33 van de Successiewet 1956 is bepaald dat (vereenvoudigd weergegeven) onder bepaalde voorwaarden van schenkbelasting vrijgesteld is:
a. Eenmalige schenking van ouders tot een bedrag van € 102.010,– (bedrag 2019) en
b. Schenking van derden (“anderen dan ouders”) tot hetzelfde bedrag,
en dan alleen als het betreft schenkingen ten behoeve van de aankoop van een eigen woning of aflossing/kwijtschelding van een leningschuld van die woning.

Als ouders mag je dus slechts € 102.010,– belastingvrij schenken, maar de koopsom voor de beoogde woning is wel € 400.000,–; ergo: we missen nog bijna € 300.000,– en de ouders willen ook graag dit bedrag aan hun kind schenken. Dit kan op grond van de bovenstaande letter a niet belastingvrij.

In de praktijk gaat men dan soms op zoek naar het toepassen van de schenkingsmogelijkheid van letter b en dat houdt dan in:
– Dat de ouders op zoek gaan naar drie (3) andere ouders, welke een vergelijkbare situatie hebben (dus feitelijk ook meer dan die € 102.010,– aan hun eigen kind willen schenken)
– “Onze” ouders spreken dan met die 3 andere ouders af dat onze ouders aan de kinderen van die andere ouders bijvoorbeeld 3 x € 100.000,– belastingvrij schenken en
– Die 3 andere ouders schenken op hun beurt aan “ons” kind 3 x € 100.000,– belastingvrij.
Het gevolg van het vorenstaande is dat het kind de gehele aankoopsom van de woning feitelijk (!) van haar ouders geschonken heeft gekregen. Alle ouders hebben ieder ongeveer € 36.000,– schenkbelasting bespaard over de schenkingen van € 300.000,–.

Het zal niemand verbazen dat de Belastingdienst moeite heeft met het vorenstaande. De Belastingdienst beschouwt de extra-schenkingen van € 300.000,– als zijnde schenkingen met een derdenbeding en gaat nota bene aan de ouders (dus de schenkers) een aanslag schenkbelasting opleggen; normaliter wordt de aanslag opgelegd aan de begiftigde!

Ik ben benieuwd of deze voorgestelde werkwijze van de Belastingdienst stand zal houden omdat:
1. De Belastingdienst dat derdenbeding wel moet kunnen aantonen en dat zal niet eenvoudig zijn en
2. Naar mijn mening wel degelijk sprake is van een echte schenking want
a. de schenking is een overeenkomst tussen de schenker en de begiftigde (het desbetreffende kind) en
b. de schenker verarmt en
c. de begiftigde verrijkt en
d. de begiftigde hoeft ten opzichte van de schenker geen tegenprestatie te verrichten

In de vorenstaande schenkings-constructie met de andere 3 ouders
– is er weliswaar een overeenkomst tussen de respectievelijke ouders, maar niet tussen de schenkende ouders en de afzonderlijke kinderen/begiftigden
– moeten de schenkende ouders onderling wel een tegenprestatie doen (namelijk aan andere kinderen schenken), maar de begiftigde kinderen hoeven geen tegenprestatie te doen jegens hun schenkers.

Wilt u uw kind voor diens eigen woning meer dan € 102.010,– belastingvrij schenken, denk dan aan de hier weergegeven mogelijkheid, maar u weet dan wel dat de Belastingdienst “moeilijk kan gaan doen”. En ja, “moeilijk doen” is niet per definitie gelijk aan “gelijk hebben”.

Raadpleeg in elk geval tevoren uw belastingadviseur of bijvoorbeeld notaris.