06-52500157 info@wisselkom.nl

De ondernemingsstructuur en situatie was/is als volgt:

  • één Holding-BV met daaronder meerdere dochter- en kleindochter-ondernemingen (de meeste zijn B.V., maar een paar betreft deelname in maatschappen)
  • advisering, begeleiding van de respectievelijke ondernemingen en het samenstellen van de individuele jaarrekeningen gebeurt door meerdere adviseurs, te weten 2 accountantskantoren en 1 administratiekantoor
  • nog nooit heeft één van die kantoren een geconsolideerde jaarrekening opgesteld en
  • alle adviseurs verzorgen voor “hun eigen” klanten(en) de aangifte vennootschapsbelasting.

In de loop van de vele jaren zijn er tussen alle ondernemingen soms zelfs meerdere vordering-schuldverhoudingen ontstaan en de bedragen betroffen in enkele gevallen zelfs vele miljoenen Euro’s. Maar nog nooit zijn door de verschillende ondernemingen renten gevraagd dan wel verschuldigd geworden. Blijkbaar was de Holding-B.V. in staat om dit zo met de beide accountantskantoren en het administratiekantoor te regelen. Fiscaal is dit naar mijn mening geheel onjuist.

Op een gegeven moment gaat de belastinginspecteur naar aanleiding van de verschillende aangiften vennootschapsbelasting van het jaar 2015 vragen stellen over onder meer het achterwege blijven van renteberekeningen, et cetera. De adviseur/accountant van de Holding-B.V. voorziet grote fiscale correcties en vraagt mij om advies.

Na bestudering van de jaarrekeningen van afgelopen jaren van alle ondernemingen, kom ik tot de conclusie dat in feite alle problemen zijn op te lossen en wel door onder meer:

  1. het cijfermatig laten aansluiten/afstemmen van alle onderlinge leningen en rekening-courantverhoudingen
  2. vervolgens alle bedragen en verhoudingen formaliseren en
  3. daarna doen van een flink aantal “kasrondjes” dividenduitkeringen, aflossingen , et cetera.

Als we dit doen, zijn zo goed als alle leningen en rekening-courantverhoudingen afgelost en is alles fiscaal-zakelijk weer in orde. Maar, om dit allemaal te realiseren hebben we wel de medewerking en akkoordbevinding van de belastinginspecteur nodig.

Enfin, ik heb alles zo volledig en open mogelijk aan de desbetreffende inspecteur voorgelegd en vervolgens ook met hem besproken. De inspecteur heeft begrip voor de voorgelegde oplossing en gaat uiteindelijk met mijn voorstellen akkoord.
Sterker nog: omdat hij nu weet dat er een definitieve oplossing voor de fiscale renteproblematiek komt, gaat hij ermee akkoord dat de aangiften vennootschapsbelasting tot en met het jaar 2019 (hoewel fiscaal dus niet 100% juist) niet gecorrigeerd worden. We moeten dan wel in het jaar 2020 de voorgestelde oplossingen daadwerkelijk doorvoeren.
Door het begrip en medewerking van deze inspecteur bespaart de volledige ondernemingsstructuur zich op korte termijn heel veel vennootschapsbelasting, maar weet de inspecteur ook dat hij met ingang van het aangiftejaar 2020 geen fiscale problemen zal aantreffen in de aangiften vennootschapsbelasting.

Het mag dus zonder meer worden vermeld – en dat doe ik hier dan ook – dat ook inspecteurs best willen meedenken. Belangrijk is wel dat je dan zo volledig en open mogelijk bent.