Gisteren, 17 september, was het de befaamde “3e dinsdag in september” oftewel Prinsjesdag.
De huidige Prinsjesdag bestaat sinds het einde van de 18e eeuw en Nederland was toen de Republiek der Verenigde Nederlanden. Prins-stadhouder Willem V vierde op 8 maart zijn verjaardag en ten teken van Oranje- en prinsgezindheid werd diens verjaardag – met verwijzing naar de kinderen van Willem V – dan ook “Prinsjesdag” genoemd. Ziedaar de oorsprong.
Op Prinsjesdag presenteert het kabinet diens belangrijkste plannen voor het komende jaar (en vaak ook de jaren daarna). Die belangrijkste plannen noemen we de Miljoenennota en deze naam is feitelijk al jaren foutief, want voor het jaar 2020 hebben we het over inkomsten en uitgaven van telkens meer dan 300 miljard (!) Euro. Maar dit terzijde.
Onderdeel van de Miljoenennota is het Belastingplan 2020 en dit Belastingplan bevat de fiscale maatregelen voor het komende jaar 2020.
Omdat het nog plannen zijn, welke het Kabinet met de Staten-Generaal (Tweede en Eerste Kamer) moet afstemmen, ga ik hierbij nog niet in op:
- De verlaging van de zelfstandigenaftrek, waardoor het voor ondernemers nog moeilijker wordt om de premies voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen te kunnen betalen;
- De invoering van een Twee-schijven tarief, waardoor in 2020 het toptarief “slechts” 49,50% wordt;
- De verhoging van de zogenoemde Vrije Ruimte in de Werkkostenregeling naar 1,70%
(is er nog iemand, die durft te beweren dat de Werkkostenregeling een eenvoudige regeling is geworden?) - De verhoging van het autokostenforfait voor 100% elektrisch aangedreven personenauto’s. Deze gaat van 4% naar 8% en o ja, en passant gaat dit gelden voor personenauto’s met een – verlaagde – maximum catalogusprijs van € 45.000,–.
Ook ga ik het niet hebben over:
- De verlaging van het tarief van de vennootschapsbelasting over de eerste € 200.000,– naar 16,50%;
- De verlaging van het BTW-tarief voor e-books en nieuwswebsites naar 9% en de vraag of dit ook gaat gelden voor bijvoorbeeld digitale versies van kranten en huis-aan-huisbladen;
- De ervanging van de Kleine Ondernemersregeling in de omzetbelasting door de (origineel bedacht) Nieuwe Kleine Ondernemersregeling, welke nu ook voor bijvoorbeeld bv’s gaat gelden.
En ik ga het zeker niet hebben over de volgende plannen:
- Het niet-verlagen van de het tarief van de vennootschapsbelasting voor fiscale winsten boven € 200.000,–;
- Het eindigen van het overgangsrecht (in de inkomstenbelasting) voor zuivere lijfrenten;
- Wijzigingen met betrekking tot de zogenoemde S&O-verklaringen;
- De introductie (in 2021) van een Bronbelasting van 21,70% voor bepaalde inkomsten uit laagbelastende landen;
- De openbaarmaking van aan (belasting)adviseurs opgelegde boetes vanwege medeplichtigheid bij fiscale vergrijpen;
- Banken moeten gegevens verstrekken aan de Belastingdienst, zodat de Belastingdienst betalingen kan identificeren;
- Verhoging van de motorrijtuigenbelasting voor bestelauto’s van ondernemers en
- De zoveelste verhoging van de tabaksaccijns.
Nee, daar ga ik het hier allemaal niet over hebben; dit komt de komende weken en – misschien – maanden wel.