06-52500157 info@wisselkom.nl

Het Belastingplan 2014 is inmiddels door de Tweede Kamer en Eerste Kamer aangenomen, Het behelst onder meer de afschaffing van de stamrechtvrijstelling per 1 januari 2014 en bevat tevens een afkoopregeling voor op 31-12-2013 bestaande stamrechten.

In verband met het vervallen van de stamrechtvrijstelling is er overgangsrecht van toepassing voor op 31 december 2013 bestaande stamrechten. Voor deze stamrechten blijven de regels gelden zoals deze op 31 december 2013 waren. De voorwaarde dat het stamrecht in periodieke termijnen uitgekeerd moet worden,  vervalt echter. Het stamrecht mag vanaf 1 januari 2014 ook in een keer worden opgenomen;  er is dan geen revisierente verschuldigd. Bestaande stamrechten kunnen dus onder de huidige voorwaarden worden voortgezet.

 Indien voldaan wordt aan de onderstaande  voorwaarden is het overgangsrecht ook van toepassing bij ontslag in 2014.

·         Het ontslag moet in 2013 aangezegd zijn en de ontslagdatum moet op 31 december 2013 vaststaan.

·         De dienstbetrekking wordt binnen een korte termijn na het vaststellen van de ontslagdatum beëindigd. Van een korte termijn is in ieder geval sprake als het gaat om de wettelijke opzegtermijn. Een wettelijke opzegtermijn kan oplopen tot maximaal een half jaar.

·         Er moet vóór 1 januari 2014 een overeenkomst met de werknemer opgemaakt en  ondertekend zijn, waaruit blijkt dat de werkgever aan de werknemer een aanspraak toekent op periodieke uitkeringen ter vervanging van gederfd of te derven loon, die niet later ingaan dan in het jaar waarin uw werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Uit de overeenkomst moet ook blijken dat de aanspraak wordt ondergebracht bij een professionele verzekeraar, een stamrecht-bv of bank en dat de stamrechtuitkeringen zijn bestemd voor wettelijk aangewezen begunstigden. Er wordt ook aan deze voorwaarde voldaan als de werkgever met de werknemer is overeengekomen dat de ontslaguitkering alleen kan worden aangewend als koopsom van een aanspraak, die voldoet aan de voorwaarden die zijn gesteld in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, of artikel 11a van de Wet op de loonbelasting 1964.

·         De werknemer gebruikt alleen een uitkering ter vervanging van gederfd of te derven loon voor het aankopen van een stamrecht. Een (na)betaling van loon, vakantiegeld, tantième of gratificatie is geen uitkering ter vervanging van gederfd of te derven loon. Op deze betalingen kan de stamrechtvrijstelling niet worden toegepast. De (na)betaling is belast loon van de werknemer.

Zie ook: www.belastingdienstpensioensite.nl/Informatie%20overgangsrecht%20vervallen%20stamrechtvrijstelling.htm

Bron:

Pensioensite Belastingdienst